GENK – Het werd onverwacht nog een stuk spannender dan hij had gedacht, maar uiteindelijk gold voor Quinn Winkel dan toch: eind goed, al goed. De 22-jarige karttopper uit Beneden-Leeuwen kroonde zich zondag op het regenachtige circuit van Genk tot Nederlands kampioen in de KZ2-klasse.
“Derde in de finale. Het was nét genoeg! Kampioen met één punt voorsprong op de nummer twee in het kampioenschap”, schetste een dolblije Quinn de dramatische laatste ronde van het NK. De koningsklasse van het NK karten zorgt regelmatig voor zeer spannende races. Maar het scenario van afgelopen zondag was er één van de buitencategorie.
Voor aanvang van het weekeinde had Quinn zeven punten voorsprong op de nummer twee. Alles leek goed te gaan, hij pakte poleposition in de kwalificatie met een halve seconde op de nummer twee. Totdat Quinn in de eerste bocht van de prefinale van de baan werd gereden.
Als nummer laatst moest hij zijn race hervatten. Slaagde erin terug te komen tot de zevende positie, vlak achter zijn concurrent op P6. De snelle Gelderlander probeerde hem in te halen, was er voorbij en schoot door. En dus werd hij meteen teruggepakt.
Even later deed Quinn een nieuwe poging. Opnieuw leek hij erin te slagen zijn concurrent te verschalken, opnieuw schoot hij door. Deze keer kon hij een rijder voor hem niet ontwijken. Hij viel uit en moest daarom de finale van de laatste plaats beginnen!
“Ik stond er qua schrapresultaten gelukkig nog goed voor”, zei Quinn. “Ik kon die uitvalbeurt nog wegstrepen. Daardoor ging mijn voorsprong van zeven naar zes punten, dus dat was gezien de omstandigheden nog prima.”
In de finale had Quinn vervolgens een goede start. “Ik kwam gelijk goed mee en ik pakte meteen vier, vijf plekken. Ik bleef zo doorgaan, maar op een gegeven moment zag ik mijn concurrent op één rijden. Ik reed op dat moment op P7 en ik zou geen kampioen worden. Toen heb ik alles gegeven wat ik in me had. Het was voor het eerst dat ik echt voor een titel vocht.”
Quinn slaagde erin nog een aantal rijders in te halen. Zijn opmars stokte op de derde plaats. “Dat was net genoeg om kampioen te worden. We hadden een echt goede droge lijn. Iedereen stond op slicks. De baan werd steeds droger en op een gegeven moment was inhalen overal weer mogelijk. Dat maakte het wel wat prettiger, ook al was de baan nog wel glad.”
De opluchting was enorm bij Quinn. En de blijdschap ook. “Ik had nooit gedacht dat ik om een race kan huilen, zo blij was ik dat ik toch nog kampioen ben geworden. Eigenlijk kon de finale voor mij niet slechter. Ik moest van de laatste plaats komen en mijn concurrent won de race. Meer dan dat kon hij niet doen. Hij heeft het super gedaan. Maar ik heb ook gedaan wat ik moest doen en zo de titel binnen kunnen slepen.”
Nu is Quinn dus kampioen van de koningsklasse. Wat hij volgend jaar gaat doen, was dan ook meteen duidelijk voor Quinn: “Ik ga volgend jaar mijn titel verdedigen! Ook zijn we aan het kijken naar autosport. Maar ik zit op mijn plek bij Stan (Pex, teameigenaar van SP Motorsport, red.). Ik voel me er thuis. Ik heb een fantastische monteur in Gert Jager en een fantastische motortuner in Sander Dekkers. Het team bouwt het perfect op. Dus dat wil ik graag aanhouden!”
