EINDHOVEN – Gestart van de laatste plaats in de finale sleepte Quinn Winkel er zondag razendknap toch nog een podiumplaats uit. De 22-jarige kartopper uit Beneden-Leeuwen maakte zo van een oorspronkelijk slecht weekeinde toch nog een goed weekeinde. Dankzij de podiumplaats in Eindhoven hield hij de schade in het NK KZ2 nog enigszins beperkt.
“Het hele weekend was ik supersnel, pakte poleposition. Maar in de eerste wedstrijd viel ik helaas uit”, legde Quinn uit waarom hij stevig baalde bij het ingaan van de finale. “In de tweede wedstrijd ben ik van de laatste plaats naar drie gereden, dus het was al met al toch nog een goed weekend.”
Dat Quinn snel was, bewees hij al tijdens de kwalificatie. Daarin pakte hij poleposition met een tiende van een seconde voorsprong op de nummer twee. “We waren in de training al eerste, en in de kwalificatie dus ook. Die ging eigenlijk vrij gemakkelijk.”
Hoe het kwam dat de coureur van topteam SP Racing een moeilijke prefinale had gereden, wist hij niet precies. “Ik denk dat ik te veel in mijn hoofd zat. Ik had het gewoon even niet voor elkaar. Terwijl we toch het hele weekend in iedere sessie de snelste waren. Dus om dan gelijk weer uit te vallen is wel een domper. Ik weet eigenlijk niet zo goed wat er precies gebeurde in de pre-finale. Maar dat was gewoon een van de slechtste races in mijn carrière.”
Die uitvalbeurt betekende dat hij van de laatste plaats moest starten in de finale. Die kon hij zonder druk of verwachtingen rijden. “Daardoor viel er een last van mijn schouders. En dan staat er even geen druk meer achter voor de volgende wedstrijd. En dat was wel even fijn.”
“Dan kun je racen zonder al te veel gedoe. Dan gaat het ook wel wat makkelijker. Ik wist dat ik minder ronden had gereden in de pre-finale dan de rest. Dus ik kon in de finale meer van mijn banden vragen. Gewoon iedere ronde volle bak trappen. Dat pakte goed uit.”
“Ik heb alles eruit gehaald wat erin zat. Het was gewoon kop naar voren en gas geven. En alle kansen pakken die ik kon pakken. Dat is gelukt. Ik ben helemaal kapot. Ik heb echt ieder rondje van start tot finish zitten trappen. Om dan van de laatste plek naar drie te rijden liet ik zien dat ik het toch wel kan.”
Hij doet dan ook veel voor zijn sport. “Ik sta nu heel veel in de sportschool. Ik weet dat ik fysiek een heel stuk sterker ben dan vorig jaar. En met Gert (Jager, Quinns monteur, red.) werk ik heel goed samen. Ik ben sneller dan dat ik ooit ben geweest. En ik wil dat kunnen vasthouden. Als dat lukt en ik fysiek sterk blijf, dan blijf ik ook het vertrouwen houden. En dan kunnen we er ook de rest van het jaar goed voorin bij zitten.”
Quinns volgende race is de derde ronde van het NK in Kerpen. “Het is een technische baan. Ik heb er vorig jaar op het podium gestaan na best wel moeizame trainingen. Dus ik denk dat we daar opnieuw goed moeten kunnen presteren.”
Zijn grootste concurrent komt er vermoedelijk weer uit zijn eigen team. “Koen (Doorn, red.) rijdt daar ook wel veel en hij is daar ook heel snel. Dus het wordt daar wel aanpoten om een goed resultaat te halen. Maar ik denk dat het mogelijk is. We gaan het zien. Ik ben er positief over!”
