Op vrijdag 22 december heeft de rechtbank in Arnhem uitspraak gedaan in het kort geding dat door de Yasemin Groep was aangespannen tegen de gemeente West Maas en Waal. De zaak draaide om de geldigheid van een overeenkomst tussen de gemeente en de Yasemin Groep, met betrekking tot drie locaties in Altforst, Wamel en Maasbommel.
Het geschil spitste zich toe op de inhoud van de overeenkomst en de vraag of er sprake was van een voorbehoud. Dit voorbehoud betrof de goedkeuring van de gemeenteraad voor de locatie en het verkrijgen van een omgevingsvergunning. De rechtbank oordeelde op 22 december in het voordeel van de Yasemin Groep en bepaalde dat de gemeente de overeenkomst diende na te leven.
Het kort geding richtte zich specifiek op de locatie in Maasbommel, een pand dat door de Yasemin Groep was verworven met als doel het onderbrengen van vluchtelingen. Het College van Burgemeester en Wethouders had tijdens een informatieavond voor omwonenden besloten om de villa aan de Raadhuisdijk niet voor vluchtelingenwerk te gebruiken, vanwege praktische bezwaren zoals verkeersveiligheid, beperkte parkeerruimte en mogelijke overlast voor omwonenden. De kwaliteit van de locatie was geen punt van discussie voor de rechtbank; het vonnis concentreerde zich op de geldigheid van de overeenkomst.
Wethouder Marieke van den Boom-Witzel reageerde op de uitspraak, waarbij ze aangaf dat de omwonenden als eerste op de hoogte waren gebracht van het vonnis. Ze verklaarde dat de kerstvakantie benut zou worden om te overwegen welke stappen de gemeente zou ondernemen naar aanleiding van de uitspraak.