In het idyllische dorp Wamel, gelegen aan de oevers van Maas en Waal, heerst onrust. "Vorige week plofte er in ons dorp een folder op de mat: 'Help! Wamel verzuipt!'"
Een onheilspellende dreiging hangt als een donkere wolk boven de gemeenschap. Tientallen dorpsgenoten hebben mij benaderd met een dringend verzoek: maak een film over de onzalige plannen van de gemeenteraad van West Maas en Waal. Het gaat om de herinrichting van de uiterwaarden, waarbij het grootschalig afgraven van het gebied een rampzalige impact zou kunnen hebben op de veiligheid en toekomst van deze kwetsbare streek.
Om te begrijpen waar deze zorgen vandaan komen, besloot ik de archieven in te duiken. De bevindingen van waterbouwkundige ingenieurs zoals G.P. Bourguignon en vooraanstaande professoren als Van Weele, Pons en Lippens en de Universiteit Utrecht spreken boekdelen. Zij waarschuwden al jaren geleden voor de kwetsbaarheid van Maas en Waal."Deskundigen vertelden mij dat als je de kleilaag eraf haalt, je de kraan openzet, omdat een kleilaag het water langer vasthoudt."Toch blijven er experts die beweren dat het wél kan. Maar de herinneringen van de inwoners vertellen een ander verhaal. Wie de beelden van kerstmis 1993 herinnert, weet hoe desastreus hoogwater kan zijn. Het wassende water dreigde toen de dijken te overspoelen. Poldermedewerkers werkten dag en nacht, sleepten met zware zandzakken, maar terwijl de ene kwelplek werd gedicht, openden zich meters verderop alweer nieuwe bronnen.
Rien Brands, een Wamelnaar die vlak bij de dijk woont, liet destijds zien hoe ernstig de situatie was. Hij verwijderde een tegel aan de voet van de dijk en voelde met zijn hand hoe een krachtige waterstroom zich een weg baande onder de dijk. Een ander schrijnend voorbeeld vond plaats bij de camping in Dreumel, waar een enorme wel het gebied bedreigde.
Bernhard Gremmen, een oud-poldermedewerker, vertelde me: “Jos, als we die wel niet onder controle hadden gekregen, was Maas en Waal overstroomd.” Ondertussen zat het toenmalige polderbestuur aan het kerstbanket, terwijl de poldermedewerkers in het donker zich een slag in de rondte werkten. Deze herinneringen zitten bij mij diep geworteld.
Dertig jaar geleden, in 1995, stond het water opnieuw aan de lippen. Het hele gebied moest evacueren. Mensen en vee werden in allerijl in veiligheid gebracht. De beelden van verlaten dorpen en overvolle opvanglocaties staan nog steeds op het netvlies van de inwoners gebrand. Dit zijn herinneringen die niet vergeten mogen worden.
“Gemeenteraad, denk daar nog eens aan,” zou mijn oproep zijn. Het water kent geen genade, en de gevolgen van verkeerde keuzes kunnen catastrofaal zijn.
Wat de gemeenschap extra zorgen baart, is dat de gemeenteraad lijkt te zwichten onder de druk vanuit de provincie. In het verleden boden ze moedig weerstand. Bij eerdere dreigingen van grootschalige ontzanding stonden ze zij aan zij met de inwoners. Nederland herinnert zich de opstand nog: ponten en de Tolbrug werden bezet, een vrijstaat werd uitgeroepen, en met bussen en tractoren trokken Maas en Walers naar het Provinciehuis. Het was een krachtig signaal van een gemeenschap die haar toekomst niet liet bepalen door buitenstaanders.
Het water, zo weten de inwoners, strijdt niet tegen ons; het zoekt enkel de weg van de minste weerstand. Iedere Maas en Waler begrijpt wat hoogwater en kwelwater betekenen. Rapporten kunnen beweren wat ze willen, maar de praktijk leert anders.
Mijn boodschap aan de gemeenteraad is duidelijk: kies voor de inwoners, niet voor de provincie. Zodra het water zijn greep verstevigt, is er geen weg terug. We moeten opkomen voor de veiligheid en de toekomst van Maas en Waal, zoals deze gemeenschap dat altijd heeft gedaan: door samen de strijd tegen het water aan te gaan.
Door Jos Kruisbergen.
De film over deze dreiging is nu te zien op www.2bg.nl.